Home

Financiële keuzes

In onderstaande tabel wordt het Financieel Meerjarenperspectief (FMP) voor de periode 2022-2025 gepresenteerd.

De begroting 2022 is reëel en structureel sluitend. Dit betekent dat de structurele lasten worden afgedekt met structurele baten. Daarmee wordt voldaan aan het belangrijkste criterium voor repressief (regulier) provinciaal toezicht. Ook de meerjarenraming 2023-2025 laat voordelen zien, maar die voordelen worden in latere jaren kleiner.  Het structurele begrotingssaldo loopt af van ruim 10 miljoen euro voordeel in 2022 naar een voordeel van 230.000 euro in 2025.

Financieel meerjarenperspectief

2022

2023

2024

2025

Begrotingssaldo na bestemming

-0,04

V

-4,13

V

-0,83

V

-0,23

V

Waarvan: incidentele baten en lasten

5,57

N

-0,51

V

0,36

N

0,00

Waarvan: dotatie financieel herstel

4,50

N

Totaal incidentele baten en lasten

10,07

N

-0,51

V

0,36

N

0,00

 -/- = voordeel/baten, + = nadeel/lasten (bedragen * 1.000.000 euro)

 
Ten opzichte van de perspectiefnota 2021 is er sprake van een verbetering van het (structurele) financiële perspectief. Deze verbetering wordt volledig verklaard door de extra middelen die in het gemeentefonds worden begroot ter compensatie van de tekorten bij de Jeugdhulp. In 2022 wordt een extra inkomst begroot van 7,85 miljoen euro en dat loopt terug tot 3,83 miljoen euro in 2025.

In het structurele begrotingssaldo is ook het laatst bekende herverdeeleffect van de herijking gemeentefonds opgenomen; 312.000 euro structureel vanaf 2023. We nemen het herverdeeleffect op, omdat dit het inzicht in de meerjarenraming vergroot. Bovendien doet het recht aan de toezegging om de raad te informeren bij belangrijke ontwikkelingen in het herijkingsproces. Onze toezichthouder is echter van mening dat gemeenten verwachte voordelen van de herijking niet mogen verwerken in de begroting. Dit betekent dat de toezichthouder zeer waarschijnlijk het structurele begrotingssaldo hierop zal aanpassen.

Door de extra baten in het gemeentefonds is er ruimte om te investeren in de stad. Het college stelt voor om tot en met 2025 7 miljoen euro te reserveren voor stadsontwikkeling. Verder worden er middelen beschikbaar gesteld voor het aanvalsplan laaggeletterdheid, schuldenspecialisten, leefbaarheid en wonen en informatieveiligheid.
Het verwachte financiële effect van de coronacrisis is beperkt. De begrote parkeeropbrengsten worden structureel met 200.000 euro verlaagd.

Een overzicht van alle belangrijke mutaties in het financieel meerjarenperspectief is opgenomen in paragraaf 3.3. van deze begroting.

Gehanteerde uitgangspunten financieel meerjarenperspectief

In deze programmabegroting 2022 en meerjarenraming 2023-2025 zijn conform de perspectiefnota 2021 onderstaande uitgangspunten gebruikt. Het gaat daarbij om de grondslagen voor de ramingen bestaand beleid, zoals de loon- en prijscompensatie, de inflatiecorrectie voor belastingen, heffingen en tarieven en huren.

Looncompensatie
Voor de jaren 2022 t/m 2025 baseren wij ons op het Centraal Economisch Plan 2021 (CEP2021) van het Centraal Planbureau (CPB). Voor de loonontwikkeling gaan we uit van de index ‘prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers’.

Looncompensatie

2022

2023

2024

2025

prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers

1,2%

2,0%

1,8%

2,1%

Bron: Centraal economisch plan 2021, CPB

Prijscompensatie
De prijscompensatie baseren wij op de index ‘prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc, %)’.

Prijscompensatie

2022

2023

2024

2025

prijs overheidsconsumptie (imoc, %)

1,4%

1,5%

1,5%

1,5%

Bron: Centraal economisch plan 2021, CPB

Belasting, heffingen en tarieven
Voor de indexatie van de belastingen, heffingen en tarieven gebruiken we een combinatie van 2/3 looncompensatie en 1/3 prijscompensatie.

Belastingen, heffingen en tarieven

2022

2023

2024

2025

2/3 looncompensatie + 1/3 prijscompensatie

1,3%

1,8%

1,7%

1,9%

Circulaire gemeentefonds
De meicirculaire 2021 van het gemeentefonds vormt de basis voor de programmabegroting 2022 en de meerjarenraming 2023-2025.

Overheadpercentage opslag
Het percentage bedraagt 50% en is niet gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren.

Omslag-/rekenrente
De rente wordt met een percentage van 1% doorbelast naar de taakvelden.

Uitgangspunten raming Wmo en Jeugd

De tarieven Wmo en Jeugd voor 2021 zijn nog niet bekend gemaakt, waardoor wij hebben gekozen om de tariefswijziging 2022 te baseren op die van 2020 en 2021.

Tariefswijziging t.o.v. 2021

2022

Wmo HO

4,0%

Wmo - beschermd wonen

3,2%

Wmo - overig

3,2%

Jeugd

3,2%

In 2022 wordt, met uitzondering van Wmo - beschermd wonen, een volumedaling verwacht. Deze daling komt door de uitvoering van de maatregelplannen 1,2 en 3 in het sociaal domein.

Volumewijziging t.o.v. 2021

2022

Wmo HO

daling

Wmo - beschermd wonen

gelijk

Wmo - overig

daling

Jeugd beschikbaarheidsvoorziening

daling

Jeugd overig

daling

Uitgangspunten raming BUIG/bijstand

2022

BUIG-budget (in miljoenen euro's)

38,8

Gemiddeld aantal personen in bijstand

2.400

Gemiddelde uitkeringslast (in euro's)

14.660

Deze pagina is gebouwd op 12/01/2021 10:55:53 met de export van 12/01/2021 10:44:57